maandag 26 mei 2014

DSM-IV

De DSM (de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders), die is uitgebracht door de American Psychiatric Association, is wereldwijd het meest gebruikte classificatiesysteem voor psychische stoornissen. Dit systeem classificeert de stoornissen op grond van hun psychische en gedragsmatige symptomen.

De DSM heeft twee grote verdiensten. Ten eerste worden de specifieke criteria voor de diagnose van elk van de meer dan driehonderd psychische stoornissen gegeven. En ten tweede biedt het de beroepspraktijk een gemeenschappelijk taalgebruik voor de beschrijving van de psychopathologie. Hoewel de handleiding in eerste instantie is geschreven voor psychiaters, is de terminologie overgenomen door therapeuten van allerlei pluimage, waaronder psychologen en maatschappelijk werkers. Ook veel verzekeringsmaatschappijen hanteren de criteria van de DSM bij de beoordeling van een verzoek om vergoeding van een behandeling. Dat maakt de DSM tot een economische factor van betekenis. De DSM is afkomstig uit de wereld van de psychiatrie en onderhoudt dus nauwe banden met het medische model van psychische stoornissen. De taal die erin wordt gebruikt, is de  taal van de medische wetenschap (die spreekt van symptomen, syndromen, diagnoses en ziekten) en de uiteindelijke vorm is een wonderlijk mengsel van wetenschap en traditie. (Let wel: er staat geen diagnose van ‘normaliteit’ in!). In tegenstelling tot eerdere versies van het handboek, die duidelijk op Freud geïnspireerd waren, weet de DSM-IV voor het grootste deel de bestaande theorieën over oorzaken en behandelingen te vermijden. Er worden wel uitgebreide en specifieke omschrijvingen gegeven van de symptomen van iedere stoornis.

De kern van de vierde versie van het handboek is een multiaxiaal systeem waarin het functioneren van een patiënt op grond van vijf ‘assen’ of dimensies moet worden beoordeeld. De primaire diagnose gebeurd op As I, waar de specifieke klinische stoornissen van de patiënt worden aangegeven. As II specificeert langdurige problemen. Een diagnose op As III specificeert relevante medische problemen. As IV herinnert de arts eraan om psychosociale of omgevingskwesties op te merken die het functioneren van een cliënt mogelijk beïnvloeden. En ten slotte wordt de patiënt op As V algemeen beoordeeld op de Global Assessment of Functioning (GAF) Scale. De beoordeling kan variëren van een hoge score van 100 (totale afwezigheid van symptomen) tot de laagste score van 1 (ernstige stoornis waardoor de patiënt een gevaar voor zichzelf of anderen is).

In mei 2013 is de vijfde editie van de DSM verschenen. In deze versie zijn verschillende nieuwe diagnoses opgenomen en de DSM-5 heeft voor As II een dimensionale benadering, al dan niet in combinatie met een categoriale benadering.  Alle varianten uit het autismespectrum worden op een en dezelfde dimensie ondergebracht. Er is dan geen sprake meer van het Asperger-syndroom, klassiek autisme of PDD-NOS. Dit terwijl in de praktijk en ook in de aanpak vaak wel verschil tussen de autismevarianten bestaat.
In de aanloop van het verschijnen van de DSM-5 is er grote ophef ontstaan over deze veranderingen. De belangrijkste kritiek is afkomstig van de Britisch Psychological Society (2011). Het nieuwe handboek zou te veel verschijnselen als ‘ziekte’classificeren. Door het sneller opplakken van het etiket ‘ziekte’ ontstaat er kunstmatig onderscheid tussen patiënten en andere mensen. Ook het Nederlands Instituut van Psychologen onderschrijft deze klacht en voorziet dat het hierdoor lastiger wordt om laagdrempelige hulp te bieden.



Zimbardo, P. G., Johnson, R. L., McCann, V., Moons, A., Bouman, G., & Caffin, E. (2013). Psychologie: Een inleiding. Amsterdam: Pearson.

Forensische psychiatrie


In de forensische psychiatrie werken justitiële instellingen en GGZ-voorzieningen samen, om mensen met een psychiatrische stoornis, die een delict hebben gepleegd of  dreigen te plegen, te onderzoeken en te behandelen. Het belangrijkste doel van de behandeling is het verminderen van het delictgevaar.
Binnen Vincent van Gogh zijn er drie forensisch psychiatrische afdelingen, te weten:
1.  de Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA)
2.  de Forensische Trainings Unit (FTU) 
3.  de Forensische RIBW (forRIBW).

Deze afdelingen zijn onderdeel van het Centrum voor Intensieve & Forensische Psychiatrie. De afdelingen verschillen in de mate van geslotenheid/beveiliging en de intensiteit van begeleiding/behandeling. Forensische Psychiatrische Afdeling (FPA) De FPA is de meest gesloten afdeling met veel structuur en een intensieve begeleiding/behandeling. Cliënten komen voornamelijk uit justitie-instellingen zoals Huizen van Bewaring of een politiebureau. Om te kunnen worden opgenomen op de FPA moet er voor deze patiënten een indicatie zijn afgegeven door het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie (NIFP). 
Ook is een deel van de cliënten afkomstig uit een Tbs-instelling of Forensisch Psychiatrische Kliniek. Voorwaarde is wel dat deze cliënten toestemming hebben om onbegeleid op verlof te mogen.
Voor alle cliënten is de FPA in principe een tussenschakel naar beschermd wonen of een andere psychiatrische afdeling binnen de GGZ. Forensische Trainings Unit (FTU) Op de FTU verblijven forensische en ex-forensische cliënten waarbij een gesloten unit niet meer noodzakelijk is. Het perspectief is richting zelfstandig en/of begeleid wonen, oftewel een vervolgbehandeling in de regio van herkomst.
Op de FTU wonen forensische cliënten samen in een woonhuis en kunnen daar laten zien dat ze geleerde vaardigheden in praktijk kunnen brengen. De training richt zich ook op het verbeteren van de vaardigheden om zelfstandig te wonen. Cliënten hebben een eigen sleutel van het woonhuis en moeten dat kunnen hanteren.
De cliënten hebben samen met de begeleiding een risico-management-plan opgesteld, waardoor snel zichtbaar wordt wanneer het minder gaat met het functioneren. Daardoor kan er vroegtijdig worden gereageerd en een ontsporing worden voorkomen. Forensische RIBW (ForRIBW) De afdeling met het laagste niveau van geslotenheid/beveiliging en de laagste intensiteit van begeleiding/behandeling is de ForRIBW.

De ForRIBW biedt woonbegeleiding en begeleiding bij dagactiviteiten aan cliënten uit het forensische circuit met langdurige psychische of psychiatrische problemen. De doelgroep betreft cliënten die langdurige, specifieke begeleiding nodig hebben en die maar moeilijk uitstromen naar een RIBW, dan wel een zelfstandige woonruimte. Dit omdat medisch psychiatrische zorg noodzakelijk blijft en omdat het bestaande aanbod onvoldoende aansluit op de problematiek.Voor een deel van deze doelgroep kan de geboden intensieve begeleiding leiden tot een uitstroom naar zelfstandig wonen.

Definitie van de psychiatrie

De term psychiatrische ziekte wordt gebruikt om een beschrijving te geven van een geestelijke en emotionele gesteldheid. Het begrip psychiatrische handicap wordt vaak gebruikt als het functioneren van mensen als gevolg van hun aandoening wordt belemmerd in belangrijke levensgebieden als leren, wonen, werken en 
sociale contacten. 

Iemand kan gedurende een aantal jaren te maken hebben met een psychiatrische aandoening. De aandoening; de intensiteit en de duur van de symptomen verschillen van persoon tot persoon. Het verloop van een psychiatrische ziekte laat zich vaak niet voorspellen. 

Een psychiatrische ziekte en de daarbij horende symptomen kunnen met behulp van medicatie en therapie worden bestreden en soms geheel verdwijnen. Een aantal aandoeningen kunnen echter periodiek terugkomen. 

Een aantal mensen met een psychiatrische aandoening hebben ondersteuning nodig; anderen periodiek of geheel niet.

Geschiedenis

Er zijn altijd mensen geweest die in de ogen van anderen ‘raar’ of ‘gek’ deden. In de middeleeuwen werd opvallende gekte beschouwd als ‘straffe Gods’ of als teken van duivelse ‘bezetenheid’. Zulke mensen moesten boete doen of eindigen in de gevangenis of zelfs op de brandstapel. Met de toenemende invloed van de geneeskunde, vooral vanaf de zeventiende eeuw, sprak men van ‘krankzinnigheid’ en ‘geestesziekte’. De behandeling bestond hoofdzakelijk uit opsluiting in speciale gestichten of asielen, waar ze vaak in mensonwaardige omstandigheden leefden. In de negentiende eeuw verwierven de ‘zenuwziekten’ een aparte plaats in de geneeskunde. Ze werden geordend volgens een eigen classificatiesysteem en grotendeels gelijkgesteld met hersenziekten. De asielen werden geleidelijk omgevormd tot ziekenhuizen, waar de verzorging verbeterde maar de behandeling beperkt bleef. 

Vanaf de voorlaatste eeuwwisseling werden, onder invloed van Sigmund Freud en zijn psychoanalyse, psychiatrische stoornissen in toenemende mate psychologisch verklaard en behandeld. De psychotherapie zou echter van toepassing zijn op ‘lichtere’ stoornissen, de zogenoemde neurose. De ‘zware’ psychiatrische patiënten waren vaak aangewezen op een levenslang verblijf in de kliniek. De ontdekking van enkele belangrijke medicijnen tegen depressie, angst, en psychose zorgde in de jaren zestig van vorige eeuw voor een belangrijke omwenteling. Daarop volgde een periode van felle kritiek vanuit de ‘antipsychiatrie’, een beweging die zich afzette tegen de medische psychiatrie. Niet de mensen waren ziek maar de samenleving. Psychiatrische stoornissen waren slechts valse etiketten voor mensen die maatschappelijk niet ‘in de pas lopen’. Intussen heeft de psychiatrie zich tot een veelzijdig vakgebied ontwikkeld (van Deth, 2013).

De psychiatrie van vandaag zit niet langer in een instituut opgeborgen. Al blijven er nog drempels, de deuren en vensters zijn naar buiten opengezet. De televisie toont dit ook overvloedig: in allerlei films, documentaires en praatshows lijkt het er zelfs op of de psychiatrie overal aanwezig is
Wanneer kan men gedrag als ‘gestoord’ bestempelen? De omschrijving van psychiatrische stoornissen hangt nauw samen met de betekenis van de begrippen abnormaliteit en ziekte. Gezondheid is nog wat anders dan normaliteit. Wie ‘normaal’ is, beantwoordt aan een bepaalde norm van een specifieke sociale groep. Het begrip abnormaliteit slaat op elke afwijking ten opzichte van een norm (van Deth, 2013).

Psychiatrische stoornissen

Schizofrenie
De populaire omschrijving van schizofrenie als ‘gespleten persoonlijkheid’ is een hardnekkige misvatting, die berust op een letterlijke vertaling van de term (schizo=gespleten; frenè=geest). Schizofrenie heeft echter niets te maken met een ‘gespleten’ of meervoudige persoonlijkheid. Het is een ernstige aandoening waarbij het realiteitsbesef is verstoord en de eenheid van denken, voelen, willen en handelen verloren gaat. We spreken van een psychotische stoornis of psychose, die vooral wordt gekenmerkt door het optreden van hallucinaties en/ of wanen. Wanen en hallucinaties kunnen te wijten zijn aan een organische stoornis of aan het gebruik van alcohol of drugs, en kunnen ook voorkomen bij ernstige stemmingsstoornissen (van Deth, 2013).

Paniekstoornis
Verstoring die wordt gekenmerkt door paniekaanvallen die geen verband houden met gebeurtenissen die het individu op dat moment ervaart.
Het onderscheidende kenmerk van een paniekstoornis is een terugkerend sterk gevoel van paniek dat ‘spontaan’ ontstaat en geen enkel verband houdt met de gebeurtenissen van dat moment (Barlow, 2001).

Persoonlijkheidsstoornis
Persoonlijkheidsstoornissen vormen een categorie van psychische aandoeningen die gekenmerkt worden door een star en duurzaam patroon van gedachten. Gevoelens en gedragingen die binnen de cultuur afwijken van de verwachtingen, en die zorgen voor een beperking van het functioneren van de betreffende persoon. De persoonlijkheidsstoornis manifesteert zich in chronische patronen van een zwak oordeelsvermogen, chaotisch denken, emotionele stoornissen, ontwrichte sociale relaties of gebrek aan impulsbeheersing (Clark, 2009). Het belangrijkste kenmerk is een duurzaam persoonlijkheidskenmerk en een slecht aanpassingsvermogen
(Zimbardo, Johnson, & McCann, 2012).

Stemmingsstoornissen
Emotionele hoogte/diepte punten zijn een deel van ons leven en een normaal onderdeel van ons vermogen om de wereld om ons heen te interpreteren. Maar als stemmingen uit de hand lopen, van extreme verrukking tot diepe wanhoop, en lijden veroorzaken of belemmeringen in het soicaal of broepsmatig funtioneren, is er waarschijnlijk sprake van een stemmingsstoornis. Ook als de emotie van een individu aanhoudend niet bij de situatie past, zal de therapeut aan een stemmingsstoornis denken
(Zimbardo, Johnson, & McCann, 2012).

Depressie
Een depressie is, naast de sombere stemming, het gebrek aan interesse en levenslust. Depressieve patiënten beleven nergens meer plezier aan en kunnen nauwelijks meer enig gevoel voor hun vrienden en familie opbrengen. Ze zijn uitgesproken negatief over zichzelf en beschouwen zich als minder waardig, onaantrekkelijk of zelfs slecht en schuldig. Negatieve gebeurtenissen schrijven ze aan zichzelf toe, positieve aan anderen. de meesten van hen staan onverschillig tegenover het leven en zijn dikwijls bezig met de dood. Sommige doen ook daadwerkelijk één of meer pogingen tot zelfdoding. Soms gebeurt dat juist op een moment waarop de omgeving meent dat het beter met hen gaat. De ‘verbetering’ heeft dan vaak te maken met het feit dat de patiënt definitief heeft besloten tot zelfdoding (van Deth, 2013).

Manie en bipolaire stoornis
Een manische fase is in veel opzichten het spiegelbeeld van een depressie. Manische patiënten voelen zich prima. Hun stemming is uitzonderlijk opgewekt en blij, al kunnen sommigen snel geïrriteerd raken wanneer men hun dadendrang probeert af te remmen. Hun opvattingen zijn heel optimistisch. Ze beschouwen zichzelf boven iedere kritiek verheven en in alle opzichten superieur. Daardoor storten ze zich nogal eens in onbezonnen acties zoals roekeloos rijden of speculeren met grote geldbedragen. Zelf zien ze veelal geen enkele reden voor behandeling. Er kunnen ook hallucinaties of wanen voorkomen
(Zimbardo, Johnson, & McCann, 2012).


Eetstoornis
Mensen met anorexia beseffen meestal heel goed dat hun omgeving het extreme lijnen afkeurt. De mensen in de omgeving proberen ze dan aan het eten te krijgen. Iemand met anorexia gebruikt daarom allerlei uitvluchten en trucs. Ze ontkennen, ook tegenover zichzelf, dat er iets mis is. Dit verhindert hun om de problemen te bespreken met belangrijke mensen in hun omgeving. Ze zullen niet gauw hulp zoeken, uit schaamte of omdat ze geloven dat ze goed bezig bent. Dit kan ernstige gevolgen hebben (ggzfriesland, n.d).

Dementie

Bij dementie gaan de verstandelijke functies zodanig achteruit dat het dagelijkse functioneren eronder gaat lijden. Iemand met dementie vergeet gebeurtenissen die kort geleden plaatsvonden. Herinneringen aan vroeger blijven vaak lang bewaard. Het begint meestal met toenemende vergeetachtigheid. Soms verzint men dingen als men niet iets niet meer weet. Op den duur zorgt dementie ervoor dat mensen het besef van plaats en tijd kwijtraken en bekenden niet meer herkennen.  Daarnaast hebben mensen met dementie problemen met bijvoorbeeld rekenen, spreken, schrijven, wassen, kleden en het juiste gebruik van voorwerpen. Ook kan het gedrag veranderen. Iemand kan bijvoorbeeld somber zijn of prikkelbaar. De verschijnselen van dementie kunnen per persoon verschillen (ggzfriesland, n.d).

Sekseverschillen bij psychische stoornissen

Uit gegeven blijkt dat er grote verschillen zijn tussen mannen en vrouwen wat betreft de gevoeligheid voor verschillende psychische stoornissen (Holden, 2005). Vrouwen worden vaker gediagnosticeerd met stemmingsstoornissen, vooral depressie. Ook wordt er vaak bij vrouwen angststoornissen vastgesteld.
Mannen hebben daarentegen veel vaker persoonlijkheidsstoornissen met agressie of controlegerelateerde symptomen, zoals alcoholverslaving, drugverslaving en geweld. Bij mannen wordt daarom veel vaker een antisociale persoonlijkheidsstoornis vastgesteld dan bij vrouwen.
Een mogelijke verklaring hiervoor  is dat vrouwen  door sociale normen meer worden gestimuleerd om melding te maken van gevoelens van depressie. Tegelijkertijd is het mogelijk dat mannen door die zelfde sociale norm er meer toe worden aangezet om hun gevoelens op een meer lichamelijke manier te uiten
(Zimbardo, Johnson, & McCann, 2012).

Consequenties iemand een etiket opplakken

Het opgeplakt krijgen van het etiket ‘psychisch gestoord’ kan ernstige en langdurige consequenties hebben, nog los van de gevolgen van de stoornis zelf. Een etiket als depressie of schizofreen kan een stigma worden dat iemand zijn leven lang blijft achtervolgen.
In onze westerse maatschappij hebben mensen met een psychische stoornis vaak een lage status, waardoor hun problemen vaak genegeerd worden. Een diagnostisch etiket kan dat probleem nog versterken. Erger nog, de behandeling dan geesteszieken kan ook tot depersonalisatie leiden. Dat wil zeggen dat het bestempelen van mensen als schizofreen of depressief van hun individualiteit en identiteit berooft, doordat het ertoe leidt dat mensen onpersoonlijk worden behandeld, slechts als ‘casus’ en niet als individu
(Zimbardo, Johnson, & McCann, 2012).


Medicatie

Biomedische behandelingen proberen psychische stoornissen te behandelen door de chemie en de hersenen, de hersenbanen of de activiteitspatronen te beïnvloeden met geneesmiddelen, chirurgie, elektrische pulsen of krachtige magneetvelden.

Medicatie omvat antipsychotica, antidepressiva, anxiolytica (medicijnen tegen angst) en stimulerende middelen. De meeste van deze middelen zijn van invloed op de functie van neurotransmitters. Deze medicijnen hebben een revolutie teweeggebracht in de medische behandeling van psychische stoornissen zoals schizofrenie, depressie, bipolaire stoornis, angststoornissen en ADHD, hoewel critici waarschuwen, met name bij de behandeling van alledaagse stress die nu eenmaal bij het leven hoort.

Antipsychoticum is een medicijn dat psychologische symptomen vermindert, meestal doordat het effect heeft op de werking van neurotransmitters in de hersenen.

Antidepressivum  is een medicijn tegen depressie. De meeste antidepressiva beïnvloeden het transport van serotonine en/of norepinefrine in de hersenen.

Anxiolyticum is een medicijn dat een dempende invloed heeft op angstgevoelens. De categorie anxiolytica omvat onder meer de benzodiazepinen.

Een stimulerend middel is een middel dat het activiteitsniveau verhoogt door de afgifte van dopamine en noradrenaline te verhogen. Gebleken is dat deze producten cognitieve functies zoals aandacht, concentratie en zelfcontrole kunnen stimuleren, en op deze manier ook de hyperactiviteit van personen met ADHD gunstig kunnen beïnvloeden.

Uit nieuwe onderzoeken blijkt dat voor depressie een combinatie van behandelingen, die bestaat uit cognitieve gedragstherapie en geneesmiddelen,vaak het beste werkt. Wat angststoornissen betreft: uit sommige onderzoeken is gebleken dat een combinatie van geneesmiddelen en cognitieve gedragstherapie effectief is. Bij de specifieke fobieën is sprake van een duidelijke uitzondering; hiervoor is gedragstherapie beter dan behandeling met geneesmiddelen; het probleem kan hierdoor zelfs worden verergerd. Tot voor kort werd bij schizofrenie geen conventionele psychotherapie toegepast, maar nieuw onderzoek levert resultaten op die suggereren dat een combinatie van beide vormen van behandeling effectief is. Voor het behandelen van veel psychische problemen, zoals leerstoornissen, seksuele disfuncties, de meeste persoonlijkheidsstoornissen en de meeste ontwikkelingsstoornissen, zijn geneesmiddelen niet van nut. Bovendien hebben de meeste mensen met psychische problemen geen DSM-IV-stoornis; de meeste kampen met ‘levensproblemen’.



Zimbardo, P. G., Johnson, R. L., McCann, V., Moons, A., Bouman, G., & Caffin, E. (2013). Psychologie: Een inleiding. Amsterdam: Pearson.

Recht

Ruim 4 op de 10 Nederlanders krijgen in hun leven te maken met psychische problemen. De geestelijke gezondheidszorg (GGZ) kan hierbij hulp bieden. De huisarts speelt sinds 2014 een belangrijke rol in de GGZ. De behandeling van mensen met wat zwaardere psychische aandoeningen gaat meer plaatsvinden dichtbij huis. (Onvrijwillige) opname in een GGZ-instelling moet een laatste keus zijn (Rijksoverheid, 2014).

Rechten in de algemene zorg

Als u zorg ontvangt, dan heeft u een aantal rechten, zoals het ontvangen van informatie. Ook mag de zorgverlener of arts iemand, die zorg nodig heeft, behandelen zonder toestemming van de betreffende persoon.

Recht op informatie over gezondheid en behandeling
Een patiënt kan pas een weloverwogen beslissing maken, wanneer men beschikt over informatie. Een patiënt heeft daarom ook recht op duidelijke informatie, zoals:
·         Informatie over de behandelingen die nodig zijn en de eventuele risico’s;
·         Informatie over de mogelijke andere oplossingen voor het gezondheidsprobleem.

Kinderen onder de 12 jaar mogen geen eigen beslissing nemen over een behandeling. De arts informeert dan de wettelijke vertegenwoordigers. Dit zijn meestal de ouders/verzorgers, een gemachtigde of een mentor. Vanaf 12 jaar krijgen zowel de patiënt als de ouders/verzorgers informatie over de behandeling. Vanaf 16 jaar krijgen de patiënten de informatie van de arts zelf (Rijksoverheid, 2014).

Toestemming van de patiënt voor een behandeling
Een zorgverlener mag een patiënt enkel behandelen, wanneer toestemming is gegeven van de patiënt. Behalve als het om een noodsituatie gaat en de zorgverlener niet op de hoogte is van de wensen van de patiënt.

Mogen kinderen toestemming geven?
Dit hangt af van de leeftijd van het kind, zoals hierboven al is vermeldt.

De rechten op dit vakgebied zijn vastgelegd in de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) (Rijksoverheid, 2014).

Naast rechten hebben patiënten ook plichten: de patiënt moet de zorgverlener goed, eerlijk en volledig op de hoogte stellen van zijn problematiek. Met de juiste informatie kan de zorgverlener sneller en beter een diagnose stellen en kan hij beter zorg verlenen. De patiënt moet zo veel mogelijk met de zorgverlener meewerken en adviezen opvolgen (Dwang in de zorg, 2014).

Ingrijpen zonder toestemming:
De WGBO regelt ook dat een arts soms zonder toestemming een medische ingreep mag doen, bijvoorbeeld om iemands leven te redden of om een ernstige handicap te voorkomen. Soms gaat het dan om een behandeling onder dwang (Dwang in de zorg, 2014).




Medisch dossier en privacy
Medische hulpverleners zijn verplicht een medisch dossier bij te houden met alle gegevens van de patiënt. Dit gaat dan bijvoorbeeld over de ziekte, de behandeling en de bevindingen van de zorgverleners.

Een aantal van deze gegevens gaan naar een zorgverzekeraar of naar het CAK. Dit is nodig om te kunnen vaststellen of u een vergoeding krijgt.

Zorgverleners moeten zorgvuldig omgaan met persoonlijke en medische gegevens. Dit is vastgelegd in de Wet  bescherming persoonsgegevens (Wbp). Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) houdt hier toezicht op (Rijksoverheid 2014).

Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz)

In de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) staat onder welke omstandigheden iemand onvrijwillig mag worden opgenomen en onvrijwillig mag worden behandeld in een psychiatrisch ziekenhuis. Belangrijk doel van de wet is burgers die hiermee geconfronteerd worden, rechtsbescherming te bieden.

Onvrijwillige opname in een psychiatrisch ziekenhuis is uitsluitend mogelijk als iemand door een psychische stoornis een gevaar vormt voor zichzelf, voor anderen of voor zijn omgeving. Bovendien moet het zo zijn dat dit gevaar niet op een andere, minder ingrijpende manier kan worden afgewend. Ook moet iemand onvoldoende bereid zijn om zich te laten opnemen. Onder een psychische stoornis worden psychiatrische aandoeningen, dementie en verstandelijke beperking verstaan. 
Voor mensen met dementie of een verstandelijke beperking gelden binnen de Wet Bopz voor een deel andere regels dan voor mensen met een psychiatrische aandoening (Igz, 2014).

Hoe worden mensen behandeld die gedwongen zijn opgenomen in een psychiatrische instelling?
Mensen die gedwongen zijn opgenomen in een psychiatrische instelling krijgen een behandeling volgens een behandelplan of zorgplan. In bijzondere situaties kan de instelling dwangbehandeling toepassen. Iemand die gedwongen is opgenomen, mag altijd meepraten over zijn behandeling als hij daartoe in staat is. De behandeling kan niet zomaar stoppen als de patiënt dat wil. Dat geldt niet voor mensen die zich vrijwillig hebben laten opnemen (Rijksoverheid, 2014).

Behandelplan of zorgplan bij gedwongen opname
Iemand die gedwongen is opgenomen, heeft recht op een duidelijk omschreven behandeling. Voor psychiatrische patiënten heet dit een behandelplan. Voor gedwongen opgenomen verstandelijk gehandicapten en patiënten met geheugenproblemen heet dit een zorgplan.

Het behandelplan of zorgplan komt in overleg met de patiënt tot stand. Als deze daartoe niet in staat is, kan de instelling met de familie van de patiënt overleggen. Bijvoorbeeld een familielid zoals echtgenoot of ouder of met een goede vriend. Of met de wettelijke vertegenwoordiger (als het om een minderjarige gaat) of het kind van de patiënt (Rijksoverheid, 2014).

Dwangbehandeling
Bij dwangbehandeling moet een patiënt behandelingen ondergaan tegen zijn of haar wil. Bijvoorbeeld als een patiënt een gevaar vormt voor zichzelf of voor anderen in de instelling. Dwangbehandeling mag alleen als het gevaar niet op een andere manier kan worden afgewend. De patiënt heeft rechten bij gedwongen zorg.

Zie referentielijst voor  de specifieke rechten van een cliënt in de gedwongen zorg (site: dwang in de zorg).

Klachtrecht bij gedwongen opname
Iemand die gedwongen is opgenomen kan altijd een klacht over zijn gedwongen opname indienen. Soms is iemand niet in staat om zelf een klacht in te dienen. In dat geval mag elke andere patiënt die in het ziekenhuis verblijft een klacht indienen namens de patiënt. Of zijn wettelijke vertegenwoordiger, een echtgenoot, ouder, kind, broer of zus.

Nieuwe wetgeving voor gedwongen opname
Er is een nieuwe wetgeving voor gedwongen opname. In plaats van de Wet Bopz komen er, als het parlement instemt, twee afzonderlijke regelingen. Één voor psychiatrische patiënten en één voor verstandelijke gehandicapten of demente mensen (Rijksoverheid 2014).

Wie betaalt de behandeling van mensen met een psychische problemen?
Per 1 januari 2014 kan men voor een behandeling van psychische klachten terecht bij een huisarts. Deze hulp valt onder een basisverzekering. Kan de huisarts niet verder met de behandeling, dan wordt de patiënt doorverwezen naar de Basis GGZ of de gespecialiseerde GGZ. Een zorgverzekeraar vergoedt deze behandelingen voor een groot gedeelte. Hierbij moet men wel rekening houden met de verplicht eigen risico (Rijksoverheid, 2014).

In 2014 betaalt u geen eigen bijdrage meer voor psychologische hulp of een internetbehandeltraject (e-health).

Huisarts
De huisarts en de praktijkondersteuner vallen in een basisverzekering. Hiervoor is geen eigen risico.

Behandeling in de GGZ
Tegenwoordig valt iedereen met een licht of matig psychische aandoening onder de Basis GGZ. De gespecialiseerde GGZ is bedoeld voor patiënten met zware of ingewikkelde psychische aandoeningen.

De zorgverzekeraar vergoedt geheel of gedeeltelijk de behandeling in de Basis GGZ of de gespecialiseerde GGZ. Voor deze behandeling is wel eigen risico (Rijksoverheid, 2014).



Speciale therapieën
De behandeling van aanpassingsstoornissen (bijvoorbeeld burn-out) valt buiten het verzekerde pakket. Sommige therapieën, zoals mindfulness-trainingen, krijgt u alleen vergoed bij bepaalde indicaties. Vraag vooraf aan uw zorgverzekeraar of u een speciale therapie vergoed krijgt.

Vergoeding van hulp bij psychische klachten in 2013

In 2013 vergoedde uw basiszorgverzekering de eerste 5 gesprekken met een psycholoog. Wel betaalde u een eigen bijdrage van € 20 per consult. Voor een internetbehandelingstraject (e-health) betaalde u een eigen bijdrage van € 50. Deze eigen bijdragen zijn in 2014 vervallen (Rijksoverheid, 2014).

One flew over the cuckoo's nest

Op 13 mei 2014, hebben wij de film One flew over the cuckoo's nest gekeken. Dit is een film, die in teken staat van psychiatrische instellingen.

Algemene gegevens

Titel: One flew over the cuckoo's nest
Regisseur: Milos Forman
Jaartal: 1975
Hoofdrolspeler: Jack Nicholson, Louise Flechter en Brad Dourf
Filmgenre: Melodrama


Samenvatting

Mcmurphy is door een truc zijnerzijds uit de gevangenis in een psychiatrische inrichting gekomen, terwijl hij geen psychische afwijking heeft. De patiënten daar zijn over het algemeen willoze schepsels, die stijf staan van de medicijnen. En doen ze een keer iets wat de hoofdzuster niet zint, krijgen ze elektroshocks. Vooral met die hoofdzuster ligt Mcmurphy constant overhoop. Mcmurphy heeft hele andere ideeën dan deze vrouw. Hij vindt bijvoorbeeld dat de beruchte "praatuurtjes" wel vervangen kunnen worden door televisie kijken. Mcmurphy brengt leven in de brouwerij. Hij ontsnapt bijvoorbeeld een keer, kaapt een bus en gaat met de patiënten uit varen. Als hij op een gegeven moment ontdekt dat de Indiaan Chief, waarvan iedereen dacht dat hij doof was, niets mankeert, wordt hij Mcmurphy's klankbord. Ze maken plannen om samen te ontsnappen. Maar als Mcmurphy op een avond 2 meisjes in de inrichting haalt, en één van de patiënten met een meisje in bed duikt, staat de boel weer op stelten. De patiënt, een stotterende jongen, wil niet dat de hoofdzuster zijn moeder inlicht en als de zuster dat toch doet, pleegt hij zelfmoord. Na de opmerking van de hoofdzuster dat ze "gewoon met de routine door moeten gaan", probeert Mcmurphy de zuster te wurgen. Hierna wordt Mcmurphy weggevoerd. Als hij terugkomt op de afdeling en Chief hem weer ziet, is Mcmurphy erg lam en lusteloos. Chief bemerkt daarop een litteken op Mcmurphy's voorhoofd en begrijpt dat een stuk van zijn hersenen is weggehaald. Hierop vermoordt hij Mcmurphy, omdat zijn persoonlijkheid, wat hem tot die man maakte, weg is. Daarna ontsnapt Chief alsnog - alleen.

Dit is een indrukwekkende film over onze doelgroep. Deze film hebben we gekeken als oriëntatiepunt. In deze film komen de denkbeelden van vroeger naar voor over de psychiatrie. Daarentegen komt Mcmurphy het tegendeel bewijzen. Deze film geeft dan ook duidelijk weer dat mensen in die tijd door het verblijf in een psychiatrische instelling, zelf gek werden door de behandelingen. 

Week van de psychiatrie 2014 (persbericht)

Bij onze oriëntatie over het onderwerp psychiatrie, vonden we een mooi artikel over de week van de psychiatrie. Dit is een persbericht, dat uitgegeven is op 2 april 2014.

“Baas in eigen leven?!” 
Betekenis geven aan eigen regie en eigen kracht 

Op 30 maart werd de 40e Week van de Psychiatrie afgesloten met opmerkelijke cijfers, afkomstig uit een enquête onder de doelgroep zelf. Vanwege het thema Baas in eigen leven?! lanceerde het Landelijke Platform GGz een meldactie voor (ex)cliënten en familieleden. Op de vraag waar mensen het meest steun aan hebben, werd ‘eigen kracht’ opvallend vaak genoemd. Het zijn meestal persoonlijke en alledaagse zaken waar mensen kracht uit putten. De hulpverlening is ondergeschikt aan ‘eigen initiatief en doorzettingsvermogen’, ‘steun van naasten’ en ‘sociale contacten’.

Het blijkt ook uit een onderzoek, namelijk dat mensen met een psychiatrische stoornis op eigen inzet en kracht, willen functioneren in de samenleving.




Tijdens de manifestatie willen wij de krachten van psychiatrische patiënten benadrukken. Uit onderzoek blijkt dan ook dat de doelgroep graag vanuit een positief oogpunt bekeken wil worden. Daarnaast wil men zoveel mogelijk op eigen initiatief kunnen functioneren in de samenleving. 


Geschreven door Eleonoor Willemsen (lid werkgroep Week van de Psychiatrie) 



Dag van de diversiteit

21 mei: dag van de diversiteit!

Laten we op die dag stil staan bij het belang en het begrip van de waarden van culturele diversiteit en hoe we 'samen kunnen leven'.
Avanti heeft de Almeerse kunstenaar Hein Walter gevraagd om een gedicht te schrijven. Het werd een mooi dubbel-gedicht dat we graag met iedereen in Almere willen delen.
We hopen dat het u allen inspireert en uitnodigt tot gedachtewisseling. 
Gedicht over Diversiteit
Er was eens een land waar niemand
gelijk was, geen een als een ander.

De mensen bepaalden zelf hoe 
ze leefden, welke taal ze wilden spreken.

Je zag er culturen uit alle streken, 
donker en licht en niemand was vreemd.

Zoveel soorten mensen en iedereen uniek.
Niemand bepaalde voor een ander 

hoe die moest leven.
Het was een vrij land.

Men mocht er zeggen wat men wilde
en dat deed men. 

Verschil van mening was er goed gebruik.
Het land was in balans, de inwoners zichzelf, 

en ook al wisten ze niet hoe de dag
er morgen uit zou zien, ze waren gelukkig.

Het is belangrijk dat diversiteit onder de aandacht wordt gebracht. Wanneer het de aandacht krijgt, zal dit in het positieve moeten gebeuren. Vaak wordt diversiteit in de media al negatief afgeschilderd. Door middel van zo'n gedicht, laat men de burgers stil staan bij de onverschilligheid tussen groepen in een cultuur.