Op vrijdag 16 mei heb ik
een interview gehouden met J. Zij is een vrouw van 24 jaar oud en heeft een depressie. Voorafgaand aan dit interview wist ik niet
goed wat ik moest verwachten. Mijn beeld was dat ik een vrouw zou spreken die
niks positiefs wist te vertellen. Dit bleek uiteindelijk helemaal niet waar te
zijn. J kwam op mij over als een opgewekt persoon en was heel open over haar
verhaal. We hebben zelfs een tijdje gezellig gepraat over alledaagse dingen.
Tijdens het interview hebben we het gehad over haar als persoon, de
vooroordelen die mensen hebben, de beeldvorming van de maatschappij en hoe J
graag gezien zou willen worden door anderen.
Vanwege haar depressie is ze in januari moeten stoppen met haar toenmalige
studie. Ze is van plan om komend schooljaar de studie weer op te pakken. In het begin had J het erg moeilijk met de
studievertraging. Dit heeft ze nu een stuk minder. Het heeft haar goed gedaan
om een tijdje te stoppen met de studie en zich te focussen op haar emotioneel
herstel. Doordat het steeds beter gaat met de depressie van J, kan ze het
contact met de psycholoog gaan verminderen. Het is nu de bedoeling dat ze nog
een keer in de twee weken gaat. In februari was dit nog twee keer per week.
J vertelt: ‘’ een depressie overkomt je,
het heeft te maken met hoe je emoties en gebeurtenissen verwerkt. Je moet het
een plaats kunnen geven. Nu ik dit weet, geeft het me meer rust.”
Wat J opvalt is dat mensen die zelf nog nooit een depressie gehad hebben,
haar het gevoel geven zich moeilijk te kunnen verplaatsen in iemand met een
depressie. Wat haar vooral opvalt is dat mannen, waaronder haar vriend en
vader, het moeilijk vinden de depressie te begrijpen. Ze krijgt hierbij het
gevoel dat ze zich niet weten te verplaatsen in haar gevoelens. Uit wetenschappelijke
onderzoek is ook gebleken dat er grote verschillen zijn tussen mannen en
vrouwen wat betreft de gevoeligheid voor verschillende psychische stoornissen.
Vrouwen worden vaker gediagnosticeerd met stemmingsstoornissen, vooral
depressie. Mannen hebben daarentegen veel vaker persoonlijkheidsstoornissen met
agressie of controlegerelateerde symptomen, zoals verslavingen of geweld. Een
mogelijke verklaring hiervoor is dat
vrouwen door sociale normen meer worden
gestimuleerd om melding te maken van gevoelens van depressie. Tegelijkertijd is
het mogelijk dat mannen door die zelfde sociale norm er meer toe worden
aangezet om hun gevoelens op een meer lichamelijke manier te uiten (Zimbardo,
Johnson, & McCann, 2012).
J komt nu regelmatig bij een psycholoog. Bij de vraag of ze het gevoel heeft in
een hokje geplaatst te worden antwoord ze dat ze dit vrijwel nooit zo heeft
ervaren. ‘’ Dit gevoel heb ik eerlijk
gezegd alleen bij de psycholoog zelf, op deze momenten wordt er gepraat over
mijn depressie’’ , merkt ze op. Er wordt steeds de nadruk gelegd op haar
als depressief persoon. Ze beschrijft het letterlijk als ‘’Er wordt een la met het opschrift depressie geopend, hier zit dan precies in hoe mensen met een
depressie geholpen moeten worden en welke klachten ze hebben.’’ Dat andere
mensen haar niet in een hokje plaatsen heeft er ook mee te maken dat niet veel
mensen op de hoogte zijn van haar depressie.
J geeft aan dat ze het erg belangrijk vindt hoe andere mensen over haar denken.
Mensen moeten zien dat ze hard werkt, haar best doet en voor haar opleiding
wilt gaan net als andere studenten. Ze wilt namelijk helemaal niet thuis
zitten.
Uit dit interview heb ik veel geleerd. Mijn beeldvorming van mensen met een
depressie is zeker veranderd hierdoor.
De conclusie uit mijn interview is dat iemand als J helemaal niet graag thuis
wilt zitten. Ze wilt graag voor haar opleiding gaan en weer positiever in het
leven staan. Wat mij opviel is dat ik mezelf terug zag in J. J is een student
die het graag goed wil doen en zichzelf wil bewijzen. Hierdoor ervaart zij
vaker stress. Ik wil mezelf ook graag bewijzen aan anderen en wil vooral geen
fouten maken. In mijn ogen is J vooral een doorzetter. Ze heeft dan wel een
depressie, maar ze doet er alles aan om er vanaf te komen en weer een normaal
leven te leiden.