Op 16 mei heb ik een
interview gehouden met iemand, die een psychiatrische stoornis heeft. Aan de
hand van het interview, vormt zich een intersectionele beschrijving over een
psychiatrische patiënt, waardoor een breed beeld weergegeven wordt. Hierdoor
komen ook de bevindingen van de geïnterviewde ten opzichten van het
stigmatiseren naar boven.
Aan de hand van het
onderzoek over de beeldvorming van psychiatrie en het interview, worden
aanbevelingen opgesteld ten aanzien van de manifestatie. Deze aanbevelingen
kunnen gebruikt worden om de negatieve beeldvorming bij de bezoekers positief
te bevorderen.
De geïnterviewde heeft
door meerdere ongelukken in een half jaar tijd een post traumatische
angststoornis opgelopen. Ze durfde geen auto meer te rijden voor ongeveer vijf
jaar. Deze ongelukken zorgde er op 25 jarige leeftijd voor dat M. veel pijnen
en vervelende gedachten had. M. vertelde: “Ik
had overal pijn. Ik had geen zichtbare schade van de ongelukken. Ik had veel
innerlijke pijn met veel nekklachten.” De huisarts constateerde door de
vervelende denkbeelden van M. een depressie. Later werd haar depressie als
manisch depressief betiteld.
Na jarenlang onderzoek
door aanhoudende pijn, bleek de constatering foutief te zijn. M. had een
whiplash opgelopen. Het stigma depressie heeft daadwerkelijk geleidt tot een
depressie. M. verduidelijkt: “Als ik niet
de stempel depressiviteit kreeg, had ik me ook anders gevoeld. Doordat ik het
stigma wel heb gekregen, heb ik mijzelf een depressie aangepraat.”
Beeldvorming
geïnterviewde
Onberekenbaar,
gespleten persoonlijkheid en labiel waren bestempelingen, die M. door de
manische depressie kreeg. Zelf wilde ze zo niet gezien worden, maar als
“normaal”. M. vertelde dat een aantal mensen bang voor haar werden, vanwege
haar stemmingswisselingen. M. zei: “Ik
wil zo graag dat mensen op me af durven te stappen, ondanks mijn manische
depressie, om te vragen wat het is en hoe het zich uit.” M. heeft nog steeds last van stempels. Een
aantal kennissen kunnen niet bevatten dat M. weer helemaal de oude is. M. wil
dat de maatschappij meer uitleg gaat geven over psychiatrische stoornissen voor
een positievere beeldvorming, waardoor de burgers vertrouwder raken met deze
stoornissen.
Beeldvorming
Minouche
Mijn beeld over
psychiatrische patiënten was gematigd positief. In de media worden
psychiatrische patiënten, met name in de forensische psychiatrie, negatief
afgeschilderd. Ik heb een crimineel beeld bij mensen met zo’n stoornis.
Mijn positieve
beeldvorming heb ik gecreëerd door mijn stage. Ik heb stage gelopen bij mensen
met een matig verstandelijke beperking, waarbij men kampt met psychiatrische
stoornissen. De positieve beeldvorming is ontstaan doordat ik bepaalde
stoornissen heb leren kennen. Doordat ik nu meer kenmerken weet, zie ik steeds
meer de krachten van psychiatrische patiënten.
Tijdens het oriënteren
kwam ik erachter dat autisme, anorexia en depressie vallen onder psychiatrie.
Ik kwam tot het besluit om mijn moeder te interviewen, omdat ze heeft geleden
aan een manische depressie en posttraumatische angststoornis. Mijn moeder
vertelde me dat ze zelf depressief is geweest. Haar kracht was dat ze voor
velen ongemerkt heeft geleden aan een psychiatrische stoornis, waarbij ze
zichzelf is gebleven. Daarnaast is ze sterker uit de psychiatrische stoornissen
gekomen. Ik was er van overtuigd dat psychiatrische patiënten konden
participeren in de samenleving, maar dat is voor mij nu bevestigd. Mijn beeld
is nu: “Mensen met een psychiatrische
stoornis zijn gelijk aan mensen zonder stoornis. Ze kunnen, ondanks hun
beperkingen, net zoals ons functioneren in de huidige samenleving, wanneer het
stigma verminderd.”
Uit het onderzoek
concludeer ik dat de beeldvorming over psychiatrie over het algemeen negatief
is. Aan de hand van de bevindingen van de geïnterviewde, heb ik een aantal
aanbevelingen opgesteld om tot een positievere beeldvorming te komen. Deze
aanbevelingen gelden voor de manifestatie over psychiatrie, die plaatsvind op
26 juni aanstaande.
De aanbevelingen waren
gebaseerd op:
·
M. zei: “ Ik wil graag dat anderen door de bril van
mij konden kijken in de tijd dat ik depressie was. Dan zagen ze hoe zwart-wit
ik de wereld zie.”
·
M. zei: “Velen zouden eens moeten voelen hoe het is
om gestigmatiseerd te worden. Door het stigma, ben ik nog depressiever
geworden. Misschien verandert dan hun beeld over mensen met een psychiatrische
stoornis.”
·
M. zei: “ Wat je geeft, ontvang je ook.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten